De Saja Boys verschijnen op het podium, opgesteld in een dramatische en perfect gesynchroniseerde pose. De felrode achtergrond benadrukt hun demonische aura en duistere boybandstijl. Het centrale lid, licht voorovergebogen, staart de toeschouwer aan met een onheilspellende glimlach en stralende ogen. Ze dragen allemaal een traditionele Koreaanse hoed, een gat en elegante zwarte kleding versierd met subtiele patronen. Hun lange, haakvormige vingers zijn uitgestrekt alsof ze een spreuk uitspreken of een choreografie voorbereiden. Hun aanwezigheid is tegelijk verleidelijk, griezelig en bedreigend – als een concert dat in een nachtmerrie is veranderd.
