Vastklampend aan een steile klif worstelt Zora Bennett zich omhoog, haar blik gericht op het wezen dat tevoorschijn komt. Beneden slaat een gigantische Quetzalcoatlus heftig met zijn vleugels, klaar voor de aanval. De watervallen om hen heen bulderen en overstemmen het tafereel in een oorverdovend gebrul. De lucht is bewolkt van spanning en elke seconde telt om te overleven. Zora grijpt het touw vast, happend naar adem, terwijl het roofdier gevaarlijk dichtbij komt. In deze herleefde wereld staat de mens niet langer aan de top van de keten – hij is opnieuw een prooi geworden.